Het Tijdloze Christuskind

 

Toen de wind van de haat opstak,

het licht verduisterd werd

door wolken van leugens,

toen de Caesar van deze wereld

zijn afgodsbeeld in Romeinse tempels plaatste,

schreide zacht mijn hart.


Toen zij u wilden doden,

Gij, die nimmer geboren bent

en de angel van de dood uitrukte,

toen talloze kinderen werden vermoord

en ouders schreeuwden in die koude wereldnacht,

schreide zacht mijn hart.

 

Toen ze u bespotten, bespuwden en sloegen,

een kroon van doorns

op uw hoofd plaatsten,

een purperrode mantel van verraad

om uw schouders wierpen,

voelde ook ik de spot der wereld,

het speeksel van verachting,

de zweepslagen van haat,

drongen doorns van pijn diep in mijn geest,

voelde ik de kou van verraad om mijn schouders,

schreide zacht mijn hart.


U zocht niet het koningschap van deze wereld,

verlangde niet naar macht of het goud van geldwisselaars,

maar spreidde onvermoeid

licht en liefde, hoop en waarheid

over onze verduisterde wereld.

En terwijl de prins der duisternis

in akkers van oogst zijn giftige leugens zaaide,

een kruishout als foltertuig werd opgericht

om te kruisigen wat zichzelf opofferde,

schreide zacht mijn hart.


Steeds weer opnieuw wordt Christus gekruisigd,

in ontelbare vluchtelingen en verschopte mensen,

in gevangenen en gewonden, in hongerige en naakte mensen,

in talloze andere schepselen die lijden.

Steeds weer opnieuw wordt het koninkrijk van licht verduisterd

door het zwaard van haat, extremisme, godsdienstwaan,

door ideeën, overtuigingen, opinies, wildernissen vol van leugens.

Mijn hart schreit tranen van pijn.


Demonische geesten trekken keer op keer de wereld rond 

met klauwhamers die alles verpletteren,

met roestige sikkels die oogsten vernielen,

met valse vlaggen, rood van bloed,

die schril afsteken tegen de smetteloze hemel.

Brallende kleimensen met ruwe strijdliederen in schorre kelen,

jankende wolven die de geldduivel en het gouden stierkalf vereren,

het kind in eigen hart al lang geleden hebben vermoord,

ernaar verlangen het licht op heel de aarde te doven.

Mijn hart schreit bitter.


Zij zijn gezien, de giftige adders van deze wereld,

die kronkelend in hoven, huizen, paleizen, kazernes en banken

de geest van onwetende mensen vergiftigen.

Zij zijn gezien, de kinderen van de oude slang,

die het kostbaarste in zichzelf hebben verraden

en nu zelf ontheemd door een vijandige wereld trekken

anderen vervloekend, gebukt onder eigen vloek,

bloedige revoluties veroorzakend,

geen vrede kennend in het hart.

Mijn hart schreit stil.



Tussen goudglanzende kerstballen en kerstkransen,

tussen kunstkerstbomen en kitscherige kerstcadeaus

zocht ik verdrietig naar wat goud van de geest,

vond slechts schilferende glitter en vals engelenhaar.
 

Tussen loze woorden als kerstfeest, kerstvakantie, kerstmarkt,

kerstgebak, kerstmenu, kerstconcert, lege kerstverhalen en liederen

zocht ik vol hoop de stilte van vóór het Woord,

vond slechts mismaakte taal der dode woorden.
 

Tussen kerstmannen met valse baarden en rode mantels van begeerte,

tussen arrensleden, jengelende bellen en verdwaalde rendieren,

zocht ik eenzaam naar een spoor van waarheid,

vond slechts kronkelwegen van leugens.
 

Ik zocht en werd gevonden.

De zoeker zelf werd het gezochte

en zoeken werd gevonden worden.

In de grot van het eigen hart

wordt het tijdloze Christuskind geboren,

oorspronkelijk gelaat,

voorafgaand aan het eigen gezicht,

licht in Licht.



©Marcel Messing / 
www.marcelmessing.nl

Kerstmis 2016