Het grootste Kerstgeschenk

Gedachten over kerstmis

De drie wijzen uit het Oosten
liggen al een tijdje buiten westen.
En het Westen, ook niet veel wijzer,
ligt bijna verslagen onder eigen vuilnisresten
en kan binnenkort op zijn ondergang toosten,
onder de duim gehouden door een wereldse keizer.

Goud, wierook en mirre, drie kostbare gaven,
vervangen door blinkende metalen munten, 
wat winstgevende klantenpunten
en flauw geurende reukstoffen, alles zeer goedkoop,
maar ze voeden in elk geval de financiële hoop,
weliswaar kitsch, waar de ziel zich niet aan kan laven.

De kerstkribbe werd een wereldwijde varkensstal,
maar in oma’s vergeelde kartonnen doos
lag gelukkig nog een zilveren kerstbal,
een plastic kerstroos,
een gerafelde hemelster met lange linten, rood van kleur
en een plukje goudblond engelenhaar, 
allemaal wel wat door elkaar,
en doordrongen van een weeïge mottenballengeur.

De kleurrijke kalkstenen kerstbeeldjes zijn zo goed als verdwenen
sinds een nieuwe beeldenstorm was verschenen
en een nieuw krijttijdperk zich openbaarde
op straatstenen en verharde aarde,
maar de kerstverpakking bleef bestaan
om protserigheid en imitatie te verhullen
van duizend-en-een wereldse prullen
die in wezen al half zijn vergaan.

Gekleed in rode mantel met witbonte kraag,
Père Noël, de Kerstman van grootwinkelbedrijven,
tracht iedereen slim en sluw in te lijven,
het aantal consumenten groeit dagelijks gestaag.

Het gezicht verborgen achter een grote krullerige baard
gezeten in een koets met rendieren of soms hoog te paard,
zo trekt de witgebaarde reclameman vol leugens de wereld rond,
bijna iedereen zwijgt, houdt stil zijn mond.

Met een kromstaf in de hand
trekt ook deze ‘goedheilig’ man door gans het land,
een soort Sinterklaas, maar dan zonder Zwarte Piet.
In de verte klinkt in de heldere sterrennacht
het ‘jingle bell, jingle bell’, een op begeerte afgestemd lied,
en onder luid klaroengeschal begint de kerstcadeautjesjacht.

Voor Christus echter geen enkel gezang
want dat is niet meer zo in zwang,
behalve in wat oude kloosters en kerken,
waar je nog iets van een kerstsfeer kunt merken.

Onder de noten van schreeuwerige reclamemuziek
rijst kooplust tot een piek,
rinkelt een kassa bij iedere ‘jingle jungle bell’
zweven grijpgrage handen tussen hemel en hel.

Geen wijdverbreide herinnering meer aan het Christuskind,
nog slechts door enkele hunkerende zielen bemind.
Wel talloze etalages vol wereldse koopwaar
onder plastic kerstbomen met veel vals engelenhaar.

Verpakt in kleurig kerstpapier met rode linten vol namaaksneeuw
worden op talloze plaatsen kerstcadeautjes uitgedeeld
en laatste twitterberichten met elkaar gedeeld
over de kitsch kerstman, de reclameman van de eeuw.

Vette kalkoen, haas of konijn,
en natuurlijk veel rode of witte wijn,
was dat de boodschap die op aarde werd gebracht
in die stille heilige nacht?

Sluimert ook in ons een judas,
bereid om het allerhoogste te verraden 
in gedachten, woorden en daden,
een judas, die door ons vergeten was?

Herodes is trouwens ook nog steeds in leven,
gereed om het goddelijk kind dat zijn leven heeft gegeven
nu in ons hart te doden.
De prins van deze wereld heeft vele duistere boden.

Nog iedere dag worden talloze onschuldige kinderen gedood
in oorlogen, door honger en in de moederschoot.
Het zijn er jaarlijks vele miljoenen,
hoe is dit in godsnaam met het leven te verzoenen?

Veel kostbare kerkklokken zijn gestolen of gebroken,
een enkele klingelt nog halfluid.
Dieven hebben overal geld geroken,
glipten kerken in en uit.
Schapen hebben nauwelijks nog een herder,
wel een halfblinde herdershond
die jankt tegen de volle maan
waarna het driemaal kraaien klinkt van een vetgemeste haan.
Een leugenachtige lokroep, iets verder
komt van een herder in schaapskleren vermomd.

Feestgedruis, het glas omhoog,
bijschenken kan bij een goedgevulde toog.
Kerstverpakking wordt snel weggehaald,
geen tijd voor stilte meer, meditatie of gebed,
de onwaarachtigheid is aan zet.
Schraalheid heeft het verleden ingehaald.

Zoals altijd hebben de rijken hun schaapjes op het droge,
terwijl de armen weer wat armer zijn geworden
en het leven nog meer verworden…
Onwetendheid gooit hoge ogen.

Met tranen zie ik de wereld aan
waarin onwetendheid de dans der dwazen danst,
de lof der zotheid luid wordt bezongen
en bijna alles met geld en goud wordt bedongen,
een wereld waarin bijna iedereen zich verschanst,
en bijna niemand meer een ander nog kan verstaan.

O stille nacht, o heilige nacht
waarin alleen maar cadeautjes worden verwacht
en nauwelijks meer aan Christus wordt gedacht,
waar is toch uw hemelse sterrenpracht?

Christus’ naam wordt nauwelijks nog genoemd,
de vorst der duisternis openlijk geroemd.
Wie durft de spot van de wereld te trotseren
door openlijk nog Christus’ naam te eren?

Laat stil de wederkomst van Christus in het hart gebeuren,
de grot van Bethlehem.
Dan klinkt sereen de stille stem
van het ‘Ik ben die ben’
en de wolk van onwetendheid gaat scheuren. 

Laat luid jubelen je hart,
juist nu, in de om zich heen grijpende wereldnacht,
want dwars door alle kerstverpakking heen
schijnt het hemelse licht dat nooit verdween,
dat altijd schittert in volle pracht.

Ja, Christus zal innerlijk wederkomen
als bevrijder van illusies en angstige dromen.
Als in serene stilte het goddelijk kind ontwaken mag,
verschijnt op zijn gelaat een goddelijke glimlach,
een glimlach vol innerlijke kracht.
Een diep weten is geboren dat God nader is dan handen en voeten.
Voorbij geloof, hoop en alle moeten
klinkt wederom de stille stem, teder en zacht.

In tijden van verval, haat, oorlog en misbruik van kinderen,
wordt nog steeds het goddelijk kind geboren.
Er is niemand die deze innerlijke wederkomst kan verhinderen,
geen zoekend mens gaat ooit verloren.

De geboorte van het goddelijk kind staat los van ruimte en tijd,
het is het hart dat zich daarover eindeloos verblijdt!
Bewustzijn is ontwaakt van eeuwigdurende liefde en het ware licht,
de oerherinnering aan ons oorspronkelijk gezicht.

Weg met al dat valse kerstcadeaupapier, 
dat het ware geschenk van liefde heeft verpakt.
Weg met al die valse sier en zwier,
waardoor de blijde boodschap ons is afgepakt.

Naakt is het goddelijk kind,
ontdaan van alle wereldse kledij,
los van alles, helemaal vrij,
een kind dat alles en iedereen bemint.
Dat kind zelf is het grootste geschenk
dat de mensheid ooit ontvangen heeft 
en eeuwigdurende liefde geeft, 
een kind dat ik dagelijks stil gedenk.

Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil.
Vrede in alle harten, sereen en stil.
Vrede aan alle levende wezens in deze tijd vol barenswee.
Adem het onvergankelijke licht bewust in en uit.
Hoor, daar klinkt de kosmische herdersfluit!
Heel de schepping ademt in licht en liefde met ons mee.
Wees als een wijze maagd die de bruidegom verwacht,
juist nu in deze duistere wereldnacht.

Al het oude zal zeer snel vergaan,
maar kunnen we de tekenen des tijds verstaan?
Zal het Christuskind in ons eindelijk mogen stralen
zodat we niet als een dwaze maagd elders olie moeten halen?
Want naast goud, wierook en mirre is olie het vierde element
waarin God als kwintessens het vuur van licht en liefde ontsteekt,
zodat de ziel voortaan de volle waarheid kent
en alle banden met de vergankelijke wereld verbreekt.
In de wereld, maar niet meer ván…
dat is de ware boodschap van het vredeslam!

©Marcel Messing

www.marcelmessing.nl