Vrede op Aarde

15-12-2015 00:00

 

Als stofwolken van haat

ogen van licht verblinden,

angst door straten en stegen sluipt,

terreur als een besmettelijk virus

de geest van tallozen besmet,

dan nog zal ik vertrouwen

op het licht van de waarheid,

op de liefde die alles heelt.

 

Als bommenwerpers

vrachten van verderf en haat

vanuit een grauwe hemel

op een bedroefde aarde laten vallen,

piloten lichamen van

uiteengescheurde mensen en dieren 

in een verzengend vuur niet meer zien,

als lijden van levende wezens

hoger opstijgt naar de hemel

dan vlammen neerdalen op de aarde,

dan nog zal ik vertrouwen

op de nieuwe dag die eens komen zal,

op het ongeschonden graan in niet verbrande akkers

dat eens ontkiemen zal tot gouden korenaren.

 

Als prikkeldraad en muren

nieuwe grenzen zijn geworden

onder de grenzeloze hemel,

als godsdienst verworden is

tot fanatisme en extremisme,

handen vol warmte plotseling wapens dragen,

gezichten zich verbergen achter maskers van haat,

wrede goden mensen aanzetten

tot nog meer geweld,

dan nog zal ik vertrouwen

dat het oorspronkelijk gelaat van licht

eens in elkanders aangezicht zal schijnen.

 

Als de dag nacht geworden is,

laatste ochtendgloren gestorven lijkt,

als de hemel verduisterd wordt

door wolken van wraak,

regens van verdriet

neerdalen op geteisterde aarde,

dan nog zal ik een glimlach geven

aan verbitterde gezichten vol wanhoop.

 

Als zelfzuchtige machthebbers

twisten in parlementen

die arena’s van strijd geworden zijn,

zachte en wijze woorden vervangen zijn

door woorden die kwetsen en doden,

gelijk meer telt dan geluk,

als politiek tot twistappel verworden is

tussen elkaar bestrijdende partijen,

de vijand steeds weer de ander is,

als wijsheid kreupel door de straten van angst trekt,

dan nog zal ik vertrouwen

dat woede en haat eens zullen uitrazen

op de ruïnes van vervallen beschaving,

de witte roos van liefde bloeien zal.

 

Als er straks misschien meer weeskinderen

zullen zijn dan ouders,

steeds meer levende doden, doden begraven,

als het brullend beest van haat

straks overal zijn klauwen uitslaat,

het zevende zegel van terreur ontsloten wordt,

als bijna iedereen de afgod

van het beeldscherm aanbidden zal,

dan nog zal ik vertrouwen

dat eens het lam naast de leeuw zal liggen,

dat het beest in ons nimmer zegevieren zal.

 

Als supermarkten in neonletters verkondigen

dat het Kerstmis is,

de Kerstman in roodscharlaken mantel van bedrog

grijnzend achter een valse baard

zijn wereldse koopwaar aanbiedt,

als zijn glinsterende arrenslee

voortgetrokken door wolven van begeerte en leugen

iedere herinnering aan Christus tracht uit te wissen,

overvolle etalages met kitsch, klatergoud en kunstkerstbomen

onze innerlijk leegte tentoonstellen,

jingle-bells en valse liederen

overal op kerstmarkten van bedrog klinken,

als valse engelen met valse engelenharen

ons vasthouden in het taaie net van illusie,

 

dan nog zal ik spreken, roepen, zingen, dansen en dichten

dat meer dan tweeduizend jaar geleden

een groot meester op aarde werd geboren

die de boodschap van licht en liefde

van barmhartigheid en vergeving

in akkers van ontelbare harten zaaide,

leerde dat het zwaard gericht op de ander

eens onszelf treffen zal,

dat vuur van haat nimmer geblust wordt

door nog meer vuur van haat,

dat we om ons heen

de manifestatie zien

van de boom van zelfzucht

die door de eeuwen heen

in talloze harten wortel schoot, 

dat alles met allen verbonden is,

dat onsterfelijk leven pas oprijst

door te sterven vóór de dood,

dat ware geboorte wedergeboorte is,

dat midden in de kribbe, de voederbak van deze wereld,

midden in de afval en het puin,

het eeuwige licht geboren wordt

in de grot van het hart

als iedere verstening wordt doorbroken,

muren van haat en waan worden geslecht,

prikkeldraad verbindingskoord van leven wordt.

 

Hoor,

 

de stille nacht zingt zacht in eigen hart

als het vuur van strijdliederen gedoofd is.

 

Zie,

 

Daar naderen al drie wijzen uit het innerlijke oosten.

In hun handen goud van eeuwig glanzend leven,

wierook van geheiligd leven,

mirre van leven dat uitrijst boven de dood.

 

Vrede op aarde,

vrede in het eigen hart.

Ook al woedt nog steeds het vuur

van twist en haat:

 

Vrede, vrede, vrede!

Shanti, shanti, shanti!

Sjaloom, sjaloom, sjaloom!

Salam, salam, salam!

 

©Marcel Messing

(Kerst, 2015)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Terug