VAN RUPS TOT VLINDER,HET BEWUSTWORDINGSPROCES VAN DE MENS
05-11-2025 00:00Sinds de vonk van de liefde in mijn hart ontvlamde
verslond ze alles in haar gloed!
Ik zette boeken en verstand aan de kant
en leerde gedichten, liederen en gezang!
Rumi
~~~~~~~~
I touch God in my song,
as the hill touches the
far-away sea with its waterfall.
The butterfly counts not months but moments,
and has time enough.
~ Rabindranath Tagore ~
Wellicht stelde je jezelf wel al eens de vraag wat het doel is van dit bestaan waarin vreugde en verdriet elkaar afwisselen in een onophoudelijke slingerbeweging en je hierdoor steeds weer ondergedompeld wordt in een poel van emoties? Misschien had je al vaker het gevoel dat je blijft rennen en hollen, maar nooit tot bestemming komt? Dat je blijft reiken en grijpen maar nooit verzadigd wordt?Dat een onstilbare honger naar het ultieme 'geluk' je gehele leven beheerst? Of misschien ervaar je meer en meer een onrust in je hart van een niet-begrijpen maar toch vaag herinneren, van een zoeken naar wat ooit gekend was, van een verlangen naar Liefde, naar innerlijke harmonie of naar de vervulling van een onverklaarbare leegte?
Wellicht kan je dan zien hoe je in je vrijheid werd beknot, hoe je vleugels gekortwiekt zijn en je gevangen gezet bent in een kooi van behoeften en begeerten, van voorschriften en wetten, van plichten en verwachtingen en van allerhande vastgeroeste doctrines? Of hoe je je dwangmatig beweegt binnen de lijnen van een vooraf uitgestippeld maar doodlopend pad ? Misschien loop je momenteel tegen een muur aan en is dit alles herkenbaar?
Verheug je dan, want het ochtendlicht wenkt en bevind je je op de drempel van het ontwaken in een ander bestaan. Het is de bewustwording dat het menselijk leven zoals het zich in huidig moment presenteert een tijdelijk en eindig schouwspel is dat doorspekt wordt door het vele lijden, maar er tevens een ander, eeuwig en oneindig levensveld wenkt in het hier en nu, onveranderlijk en in rust, waar je ten diepste Bent wat je in wezen bent: een goddelijke Individualiteit.
Je werd geboren in een wereld die volledig tegengesteld draait met de wereld van oorspronkelijkheid. Een wereld waarin het ego-isme zegeviert en de zelf-waan het grootste obstakel is om Liefde tot uitdrukking te brengen. Dit aardse levensveld is als een schaakbord waarop de mens kruipt van her naar der omdat hij steeds opnieuw geslachtofferd wordt door de 'aard' ervan. Hij is geworden als een rups die zich tegoed doet aan het biotoop waarin zij zich bevindt en is vergeten dat in hem het Gods-plan wacht op 'ontwikkeling', dat in hem een Andere natuur slaapt of de Mens zoals hij in oorsprong bedoeld is.
Geboren worden in deze wereld van dualiteit is eigenlijk niets anders dan het aantrekken van een dicht geweven kleed dat de zintuigen omfloerst, waardoor je dus heel snel verblind raakt, vergeet wie je in werkelijkheid bent, waar je vandaan komt, wat de ziels-opdracht is en waarheen je je beweegt. Hierdoor wordt een vals zelfbeeld gevormd in relatie tot de wereld die jou omringt en waarmee je je identificeert. Zo wordt de ziel ondergedompeld in een levensveld dat eigenlijk niet het hare is en valt zij in een lange en diepe winterslaap. Dit is het lot van elk mensenkind op deze aarde, het draagt de kiem in zich van de ongeboren vlinder doch vergeet hem tot Leven te brengen ,vergeet een koningszoon te zijn in woord en daad, een goddelijke wezen en erfgenaam van de Ene.
In die vergetelheid zonk de ziel steeds dieper weg en werd een 'onvrije', een tot slaaf gemaakte van de hier heersende krachten. Zo verwijderde zij zich meer en meer van haar Bron, die zij niet meer kent noch herkent. Want door het ten prooi vallen aan de begoocheling (maya) en zich hiermee te vereenzelvigen werd zij een gebonden, geconditioneerde en onverlichte ziel en werd dus van haar Licht beroofd. Ten gevolge van haar handelingen verbond zij zich met het rad van wedergeboorte en veroordeelde zichzelf tot de rupsstaat.
Zodoende rest er voor haar slechts één opdracht in dit domein, om haar opnieuw te richten naar het Licht, zodat zij herenigd wordt, de Geest in haar ontketend wordt en de Ziel in oorspronkelijkheid herboren wordt. Doch de huidige mens is er zich niet meer van bewust dat hij de mogelijkheid hiertoe bezit. De sleutel ligt in zijn hart verborgen, onaangeroerd sinds lange tijden, bedolven onder allerhande pseudolagen der persoonlijkheid. De onverlichte ziel is als de maan die door de zon beschenen wordt en in de illusie verkeert zelf de zon te zijn. Zij is de som van alle ervaringen uit de vele incarnaties; een verzameling karma dat steeds zoekt naar het evenwicht dmv de cyclische omwentelingen van het rad . De slang blijft zichzelf in de staart bijten of de rups blijft rups in een vicieuze cirkel van geboorte en dood onwetend geworden dat hij de vlinder in zich draagt.
Wie wil de gouden beker ledigen
en openen de ziel voor het Licht?
Wie durft op eenzame hoogte te waken,
terwijl anderen slapen zo diep?
Hoort! In den beginne was het Woord!
En het sprong op uit de diepte van het heilige Zwijgen.
Hoort! Het Woord was bij God
En het Woord was God, Leven in Licht!
Ach,
mocht dit Licht eens schijnen
in het duister van onze ziel,
om te getuigen van de goddelijke Zevenstraal,
die de tempel van leven vervult.
©Marcel Messing
Het lijkt een uitzichtloze situatie...maar toch is er een uitweg om deze dans te ontspringen en deze ligt in het volgen van het hoogste Ideaal dat in de ziel gelegen is, ook wel het pad van dharma genoemd. Het is het leren luisteren naar het hart, naar de Intuïtie en er bewust naar handelen zonder enige vorm van angst. Pas wanneer de zielsmens moe geworden is van vele wegen te zijn gegaan of volrijp geworden is aan ervaringen, kan hij een weksignaal horen klinken als een verre herinnering, als een stille 'roep'. Het is de Ziel die haar impulsen uitzendt die nu eindelijk weerklank vinden in de mens. Het is de Ziel die het kind terug roept naar huis. Het is de stille Stem die in zijn hart hoorbaar wordt waar de herinnering aan een dieper Weten ontwaakt...
Meer en meer stemt hij zich af op die innerlijke leiding die hem aanmaant, zacht en hoorbaar verder stuwt tot het moment van doorbraak of van de grote omwenteling, wat een heftig gebeuren is voor de zoekende mens; hij verliest en verlaat de zo vertrouwde vaste grond en wordt opgetild in een fijner energieveld. Een nieuwe Trilling is ontwaakt in zijn hart, een gewaarwording die hem helemaal van slag brengt en die het vibratieveld zoekt dat hiermee resoneert. Een onnoembaar verlangen ontstijgt uit de ziel, een heilig begeren of het smachten naar God. De ontvlamde Lichtvonk zoekt haar weg naar het Licht... Christus wordt geboren in de kribbe, in het hart van de mens als een vibratie die niet van deze wereld is... .
O heilig Licht, dat onze ziel ontwake.
O Licht der Lichten, dat onze ziel getuige van U,
gelijk in Johannes het Licht werd ontstoken
in grenzeloze afgrond van zijn ziel.
Hoort! Het Woord is vlees geworden!
God openbaarde zich in het lichaam van een mens.
Nu moeten wij ook zelve goden worden
en het Woord openbaren in óns vlees.
Daarom, maak recht de weg voor uw Heer,
neem afscheid van uw tocht door de woestijn,
de doornen en distels van onvruchtbaar handelen,
welke niet bestaan voor Hem die eeuwig in u is.
Laat Johannes in uw hart ontwaken,
doop uw wezen in water van begeerteloosheid
en zie: aan de oever van nieuw bewustzijn
wandelt reeds hij die is, voordat gij waart.
O mogen wij eens de ware geboorte voltrekken,
de geboorte uit water en geest.
Geen schoot van vlees kan het goddelijk kind baren,
dat wassen moet in de grot van het hart.
©Marcel Messing
Net als de verdwaalde prins in het lied van de parel er opnieuw aan herinnerd wordt een koningszoon te zijn met een opdracht en zich spoedt om de parel te halen en terug te keren naar het koninkrijk, gaat de verloren zoon, vol berouw, opnieuw op zoek naar het Vaderhuis waar hij opgewacht wordt en het zo broodnodige voedsel ontvangt in Waarheid en Wijsheid... ;
Twee naturen laten zich bijgevolg zien en kennen, de oude natuur en een nieuwe natuur of het ware Zelf, de Christussignatuur. In die herinnering van het Zelf wordt heling mogelijk, want door de weg te gaan van dharma of de weg van de juiste handeling beantwoorden we aan het doel van het bestaan. Het is tegelijkertijd doordringen tot oeroude trauma's, blokkades en aldus zichzelf vergeven en hierdoor ook de ander.
Zo is elke ziel anders getooid en is de verscheidenheid tussen de persoonlijkheden heel erg groot, naargelang de karmische patronen die er in verweven zijn . De persoonlijkheid als instrument is slechts het middel om in dit fysieke levensveld de ziel tot uitdrukking te brengen en haar opdracht te voltooien. Hij die aangeraakt wordt in het hart, begint een andere taal te spreken. Hij wordt niet meer begrepen door zijn omgeving, familie en vrienden en gaat zich als een vreemde voelen en gedragen in de wereld waarin hij zich bevindt... ; Je zou kunnen zeggen dat de cocon gesponnen wordt en de rups zich klaar maakt om zich in te poppen en om zich over te geven aan de kracht die in haar binnenste werkzaam wordt. Daar, in die eenzame stilte licht het smalle Pad op dat leidt naar de schatkamer van het hart via het labyrint der transformatie. Het is de plaats waar het endura zich voltrekt of het sterven naar het zelf. Het is daar, op dat smalle pad dat de gnosis straalt en de transformatie ingeluid wordt die leidt tot de hergeboorte en opstanding van de hemelse Mens. Deze heeft dus helemaal niets meer te maken met de oude persoonlijkheid en zijn beslommeringen.
"Wanneer het denken wordt tenietgedaan, worden ook de andere verlangens tenietgedaan" zegt Ramana Maharshi
Dit is de kern van alles, waardoor je als mens opnieuw tot Eenvoud komt en niet meer blijft hangen in de dualiteit van het denken , maar haar transcendeert. Want alles wat hieruit voortvloeit, de som van alle zintuiglijke gewaarwordingen, scheidt de ziel verder af van de Bron en kan slechts omgevormd worden door het ontwaken in het ware Zelf; dan wordt elke begeerte, elke emotie, elke gedachte getransformeerd en raakt men onthecht van de 'vruchten' van elke handeling. De enige noodzaak om te kunnen overwinnen en los te komen van de banden van deze natuur, is zich te verbinden met God in je hart, zich in overgave te laten leiden door de ontwaakte Godsvonk, zo kom je vrij te staan van elk resultaat Precies in die overgave vindt het endura of de grote reiniging plaats, wat dus niets anders is dan een proces van 'sterven' naar de oude natuur; het endura als rechtstreeks gevolg ervan en niet als middel.
Zo wordt de Zoon opnieuw gekend en herkend en de Wil van God vindt vruchtbare grond in hem. Zo wordt de zoekende mens tot pelgrim en gaat vastberaden op weg, alles achterlatend wat hem belemmert om het pad te volgen; een pad waarin hij niet meer verdwalen kan, hoogstens opgehouden kan worden door de egokrachten der natuur. Het is het Pad dat voert naar het ware Licht, naargelang het sterven naar die natuur zich voltrekt. Hij die zich hierop bevindt ontvangt het zegel als teken van de her-verbinding met de Ziel, die hem van dan af zal leiden doorheen alle duistere en verlichte gebieden van zichzelf. De zoete aanrakingen die hem ten deel vallen op zijn weg geven hem de kracht om verder te gaan.
Laat het zielewater daarom in wijn veranderen,
de wijn van het eeuwige Christusbloed,
opdat, als het goddelijk kind is geboren,
de bruiloft te Kanaän kan worden gevierd.
Maar reinig dan eerst uw lichaamstempel,
drijf uit alle dierlijke krachten,
want slechts in de ledige tempel
daalt af de Heiligende Geest.
Gooi uit de wisselaars der tegenstellingen,
drijf uit de zucht naar aards gewin,
want slechts door wisseling der gestalte
verschijnt de Christus en verdwijnt uw ik.
In drie dagen kunt ge de tempel breken,
want door de Geest Gods worden we ontstoken,
in Jezus den Heer gaan we ten onder,
en door de Heiligende Geest worden wij wedergeboren.
O mogen wij eens de ware geboorte voltrekken,
de wedergeboorte uit water en geest.
Want wat uit vlees is geboren blijft vlees
En wat uit Geest is geboren is Geest.
Daarom, dood dus de slang der lagere begeerte
en verhef de koperen slang van goddelijk vuur.
Zoals Mozes de slang verhoogde in de woestijn,
zo moet in aardse dorheid het geestesvuur weer branden.
©Marcel Messing
Meer en meer ontwaakt hij tot Zichzelf, de rups is aan het transformeren, het Lichtkleed wordt geweven dat hem opnieuw zal tooien ... doch niet vooraleer hij door hevige barensweeën is gegaan, voorafgaand aan de nieuwe geboorte. De ziel zal zichzelf moeten herkennen in het ware Licht alvorens er in op te lossen.De rups wordt vlinder en het Ware Zelf zal opstaan.
Als dus in het kleine universum dat de mens is, God opnieuw zichzelf kan zijn dan is er geen onderscheid meer tussen buiten en binnen, tussen boven en beneden en is de Mens Zijn 'beeld en gelijkenis' geworden zoals hij dit in den beginne was, aldus wordt de Vader gekend en herkend in de Zoon en zijn beiden Een. Of om het beeld 'maan-zon' van de Essenen te gebruiken... wanneer zon en maan opnieuw EEN worden dan lost het zelf op in het niet zelf of het zijn in het niet zijn, dan is het God die zich volledig uitdrukken kan in de pure en schaduwloze Mens, Licht uit Licht . Dan pas is de cirkel rond en kan de opgestane Christus zeggen: "Ik Ben de Alpha en de Omega" , de Adem Gods. Geboorte en dood zijn onbestaande geworden.
Liefde, als kosmische frequentie, is het sleutelwoord dat zorgt voor heling van alle zielen of leidt tot het herstel van al Zijn voertuigen opdat de Werkelijkheid zich zou kunnen uitdrukken in zijn totaliteit. Het is het Leven in al zijn eenvoud opnieuw in-en uitademen zonder meer. Want wat de mens denkt te zijn, is slechts een scherm waarop de ziel haar vastgeroeste illusies projecteert. Dit valse beeld is de grootste belemmering...
Maak plaats nu voor de Christus in u
en doe wijken uw oude koning ik.
Want, hij moet wassen en ik moet minder worden
en zie: het onheilige vuur wordt eindelijk gedoofd.
O mogen wij eens de ware geboorte voltrekken,
De wedergeboorte uit water en geest.
Geen mond zal dan meer dorsten,
want het Levende Water is ons tot bron.
Sta op, gij allen die kreupel door het leven gaat,
omdat ge licht én duisternis dienen wilt.
Open uw ogen, gij blinden voor het Licht.
Open uw oren, gij doven voor Gods Woord.
Reinig u in het water van Bethseda.
Voed u met spijzen van Licht
en weet dan dat Bethseda uw eigen bron van leven is
die iedere ziekte door reine levenswandel geneest.
Sta op, gij doden in uw lichaamsgraf
en hoor de stem van uw eeuwige God.
Open uw graven van stervend vlees
en laat schijnen het onmetelijke Licht.
O Christus, Brood des Levens, eeuwig Manna,
spijzig onze harten in uw Licht.
Open het tabernakel van ons gouden hoofd
Opdat Gij wordt in mij en ik in U!
©Marcel Messing
Kunnen we dan het Onbenoembare herkennen doorheen alle concepten, beelden, woorden, uiterlijkheden en mensen, die slechts voertuigen zijn van de Ene, dan zijn we in staat om voorbij alle denkbeelden elk-een te ontmoeten in het hart en de ongeboren 'vlinder' te zien in de rups. Dan zijn onze eigen ommuringen gesloopt en lopen we er niet meer tegenaan. Daarvoor dienen eerst onze belemmeringen, beschadigingen of blokkades te worden doorzien. Zelf kan men niets afdwingen, noch bij zichzelf als bij een ander, indien men dit toch doet dan is dat 'zelf' het grootste obstakel voor verdere opgang. De keuze die leidt naar de opgang in het Licht wordt steeds weer aangereikt en in de wijze hoe we hier met omgaan ligt onze verantwoordelijkheid
Net zoals Arjuna zich op de strijdwagen laat leiden door Krishna, die de paarden ment, zo zal de ziel zich laten leiden door de Geest Gods die de handelingen stuurt en haar tot bestemming brengt .Zo wordt de Geest de 'doener' in de mens. Liefde is dan de motor die aandrijft en waarop men zich voortbeweegt in onvoorwaardelijke Dienst, in en naar het Licht...
© (M)cirkelpunt
Zo verliet ik het huis van mijn Vader,
maar verliet ik het werkelijk?
Zijn huis heeft geen deuren of ramen,
geen muren of vertrekken.
Zijn huis is het heelal
en slechts het idee van afgescheiden zijn
schept deuren en ramen,
muren en vertrekken.
Nooit kan ik verlaten
wat ik altijd ben,
nooit kan verloren raken
wat in zichzelf steeds thuis is.
Als in een diepe slaap,
dronken van onwetendheid,
verloor ik herinnering
aan wat ik werkelijk ben.
Ik ben de zoon van de Vader.
De Vader is in mij,
in de Vader ben ik,
onverbrekelijk ´´n.
Zijn rijkdom is de mijne, al wat van hem is
is van mij,
scheiding is niet meer.
Het oudste in mij blijft altijd thuis,
het jongste wil verkennen
wat de Vader in mij al kent.
Hier en nu plooit zich
de mantel der liefde om mij heen
als ik inkeer naar mijn ware zijn
waar nimmer iets geboren werd.
Terwijl ik uitga, ga ik in,
terwijl ik inga, ga ik uit.
Wie zou de zegelring van liefde kunnen breken
die zonder omtrek is?
Sandalen van liefde en mededogen
draag ik nu aan mijn voeten,
die nimmer meer vermoeid zijn
en wandelen in het Ene.
[de verloren zoon]
© Marcel Messing
———
Terug