Van Licht tot Licht

24-09-2013 00:00

De mens is zo perfect geschapen dat hij vanaf het allerlaagste tot het allerhoogste kan indringen, doorheen het harde omhulsel van onze donkere Aarde, tot het vlammende  hart van ons Zonnelichaam, de Zon achter de zon.

De Schepper gaf ons alles voor deze reis : een ingewikkeld menselijk systeem waarvan de instrumenten geketend zijn in deze wereld en door middel van de zintuigen deze wereld kan waargenomen worden.  Zij zijn waarlijk de middelen  die ons toelaten onze omgeving te ervaren als een spiegel.

De jonge ziel experimenteert en leert door het voelen, proeven, horen en zien, en door de lagere intuïtie zoals alle andere schepselen van deze natuur.  Daarnaast werkt de mens in de ziel.

De ziel komt tot rijpheid via eeuwen van incarnaties.  Niet alleen door de omstandigheden, maar ook door de beitel van de beeldhouwer, die vaak diepe groeven trekt.

Maar onder en achter dit alles, is er iets dat leeft, iets ondefinieerbaar, als een rustig stralend subtiele veld dat aanwezig is, zowel binnenin als buiten.  

De mens wandelt zijn gewone levensweg tot zijn levenskrachten afnemen, zijn persoonlijkheid sterft en zijn natuurlijke ziel oplost.  En dan, in een bepaalde incarnatie, wanneer de ziel ervaringsrijp geworden is breekt een verlangen door, een smachten naar meer, naar iets totaal anders, hunkerend naar het “ongrijpbare”.. 

Dit enigszins vage verlangen ontmoet datgene wat hiermee verwant of  in harmonie met is.  Het trekt datgene aan wat ermee resoneert.  Uit dit onbestemd verlangen wordt een vertrouwen geboren en het ongrijpbare komt dichterbij. : het is de Herinnering aan een Licht, aan een Nieuwe Dageraad.    Nieuwe gewaarwordingen dienen zich aan die ons kunnen helpen om dat Licht te ontvangen.  We kunnen deze gewaarwordingen “intuïtie” , “de stille stem”,” inspiratie”, of “de ogen van het hart”, noemen, en sommigen kunnen zelfs nog andere  benamingen vinden.  

Mensen die dit Licht zoeken en die ook dit Licht willen zijn, zijn enkel maar op reis en hebben dus dit Licht nog niet geïntegreerd.  Terwijl de tocht zeker Echt is en vol Vreugde; vraagt dat deel van de mens dat nog verbonden is met het lot van de fysieke wereld nog constant onze alertheid. Daarom praat de dichter over : “de twee zielen die beiden leven in onszelf”.  

Dit leidt tot het diepgaand verkennen van deze duistere fysieke materie waarin hij ondergedompeld is .  En als zijn waarnemingen te beperkt zijn, vindt hij steeds nieuwe machines en instrumenten uit die hem helpen om dieper in de oneindigheid van dit universum te graven en in de materie zelf. .  Maar, zullen we ooit bevredigende antwoorden vinden?  Door zich te focussen  op zijn fysieke, emotionele en mentale verlangens die hem vragen om antwoorden en veronderstellingen, blijft toch zijn  verlangen onvervuld  en zal zelfs aan kracht toenemen en als pijnlijk ervaren worden wanneer positieve resultaten uitblijven.  Is er iemand die dit gevoel niet kent?  Hoe dikwijls zijn ons hart en onze geest niet aangeraakt door beelden, klank en geuren?  Wat onvermijdelijk leidt  tot  reacties in onze geest en psyche en – in onze hormonen – om in ons lichaam weerspiegeld te worden.

Hoe vlug  worden niet de bijzondere en zacht aanvoelende gewaarwordingen overspoeld  door de hartstochtelijke gevoelens, mede door ons zware bloed.

Desondanks, diep vanbinnen rest altijd dat stille verlangen, dit heimwee  naar een puur en Waarachtig Leven. Geleidelijk aan zullen we deze innerlijke gewaarwordingen, die van het Licht komen en hiervan getuigen, meer en hoger leren inschatten  dan de uiterlijke gewaarwordingen.  Ten slotte  kan de mens deze spanning en het leed dat dit met zich meebrengt , van het eeuwige contrast tussen  heimwee enerzijds  en het trekken van de natuur-staat anderzijds niet langer verdragen. . Uiteindelijk willen we dit niet langer meer.

En zo zal een crisis opgedrongen worden. Deze is door de mens zelf opgeroepen, het licht in hem is hier verantwoordelijk voor vanaf het moment dat hij enerzijds  begon te slingeren door de samenwerking met het licht  en anderzijds door het aangetrokken worden door de lagere natuur van deze wereld. . Deze crisis zal het moment kenmerken waarop iemand een keuze maakt en zeggen kan : hier is mijn onvoorwaardelijke “ja”; met als resultaat dat de beweging geneutraliseerd zal worden; minder hardnekkig zal zijn en uiteindelijk zal opgeheven worden., OF het is een krachtig “neen” en dan zal de belangstelling naar de gevolgen van het licht uitdoven en stilaan verdwijnen.

De mens gaat niet door de deur naar het Pad enkel en alleen omdat hij “goed” doet, of gelooft dat hij goed doet.   Dit is een illusie, één van de grootste waanideeën binnen de esoterische kringen. Het enige dat telt is een oprecht gemeende “ja” die in het hart geboren is, eerlijk en goedbedoeld..

Enkel dan wordt de grond in het hart en de geest klaargemaakt voor het omzetten van de uiterlijke zintuigen naar het oorspronkelijke innerlijke zintuig.  Los van zelf-kennis- los van begrip van deze eigenste situatie, wordt een diep begrip en bewustzijn geboren.

Dit bewustzijn leidt tot het eerste resultaat: dankbaarheid.  Deze dankbaarheid vult ons wezen met een vreugdevol en subtiel vuur, zowel de dankbaarheid voor het Ene Leven als voor het Weten dat we er deel van uitmaken,  zelfs een levendig deel, hoe beperkt dit ook moge zijn.  Beide aspecten, bewustzijn en dankbaarheid, zullen als het ware voor de eerste keer de duistere hoeken van ons bestaan verlichten  En naarmate dit proces vordert, zal vast en zeker een nieuwe Wil binnenin geboren worden, komende vanuit een nieuwe persoonlijkheid. En deze krachtige en Zuivere Wil laat de mens toe om samen te werken met de taak dat het Herscheppende Licht in hem tot leven brengt.

Wij kunnen niets doen op eigen kracht -ons werk is enkel gefocust op ware dienstbaarheid op gelijk welke manier. Enkel zo zullen de resultaten doorzichtig en zichtbaar worden.  Wanneer het Doel helderder wordt, zal  onze focus en motivatie  groter worden en sterker.  De pelgrim ervaart meer en meer de Werkelijkheid op een tastbare wijze  waarvan hij in  het begin vermoedde dat dit enkel een onnavolgbaar verlangen was. . Dit is de Werkelijkheid van het Nieuwe Leven zoals het beschreven is in de oude geschriften van de Christelijke Mysteriën als “het wandelen in een vrede die niet van deze wereld is”.

Dit is het mysterieuze : “wandelen in het Licht”.

Lectorium Rosicrucianum

 

Terug