OVER EENVOUD

29-07-2025 00:00

 

“Het enige wat mij, al lerend,steeds duidelijker wordt,is o Govinda:dat men niets leren kan!

Ik geloof dat, hetgeen wij ‘leren’ noemen, feitelijk iets is dat niet bestaat. Wel is er mijn vriend, een weten, dat overal is, dat Atman is, dat in mij, in jou en in ieder ander wezen aanwezig is. En daarom begin ik hoe langer hoe meer naar de mening over te hellen dat dit weten geen grotere vijand heeft dan het willen weten, dan het leren”

“Kijk, lieve Govinda, dit is bijvoorbeeld zo'n gedachte die ik gevonden heb: wijsheid is nooit over te dragen. De wijsheid die een wijze voor een ander toegankelijk probeert te maken,klinkt altijd als iets dwaas.'

'Houd je me voor de gek?' vroeg Govinda.

'Ik houd je niet voor de gek. Ik vertel je alleen maar wat ik gevonden heb. Iets wat je weet kun je iemand anders meedelen, wijsheid echter niet. Vinden kan men haar, men kan haar beleven, tot steun kan zij zijn, men kan wonderen doen met haar, maar haar meedelen en leren kan men niet.

Dit was het, wat ik als jongeling soms al vermoed heb, wat me bij leermeesters weg heeft doen gaan.”

Uit Siddhartha

Vele jaren geleden las ik het kleine boekje ‘Siddhartha’ van Herman Hesse, dat ik toen als geschenk ontving. De Wijsheid die ik erin ontdekte raakte me heel diep en ofschoon het na verloop van tijd terug in de boekenkast belandde was ik het echter nooit vergeten.Recentelijk kwam het opnieuw onder mijn aandacht, doch nu levendiger dan ooit…

Het verhaalt over de ervaringen van de zielsmens tijdens zijn doortocht in deze wereld, in zijn zoektocht naar ‘oorspronkelijkheid’. Een zoektocht die eigenlijk de Terugweg impliceert naar de Vader of het Koninkrijk. Door te ontwaken in het eeuwige NU openbaart alles zich in ‘eenvoud’ in hem. Als het Ware Zelf heeft hij de mensheid en de schepping lief daar hij slechts Eenheid ziet.

Het is dus een universeel verhaal met een universele boodschap zoals er nog vele zijn, denken we hierbij aan ‘de kleine Prins’ van Antoine de Saint-Exupéry of ‘de Alchemist’ van Paulo Coelho of ook ‘het Woud der Inwijding’ van Marcel Messing.

Het bevestigde mij tevens in het ‘bewustzijn’ dat alles goed is zoals het is, wat het ook mag zijn of betekenen voor diegene die ‘ervaart’, omdat de ervaring slechts één doel dient, namelijk om te ontwaken in de Goddelijke Natuur… Ook al gaat dit gepaard met pijn, dan is dit slechts een signaal, een middel tot Bewustwording. Want pijn refereert naar wat belemmert om in Liefde te ‘zijn’.

In het Licht van Oorspronkelijkheid wordt gezien wat nog ‘afgelegd’ dient te worden omdat het in strijd is met het Ware Zelf. Schijnbaar verstoken van Liefde wordt slechts een illusie ‘geleefd’, de illusie van het onware zelf dat ‘herkent’ dient te worden. Zowel de ervaring van ‘pijn of vreugde’ heffen elkaar op in het Zijn. Het toont ons dus ook dat wijzelf de ‘verandering’ zijn die we in de wereld willen zien, dat deze ‘verandering’ zich in ons voltrekt tot Heling van onszelf en onze medemens. Hierdoor ook onze ‘blik’ anders wordt, Helderheid toeneemt en in onze handelingen weerspiegeld wordt.

Siddhartha is het verhaal van een brahmanenzoon die zijn leven wijdt aan het zoeken naar het Ware Zelf. Zo gaf hij zijn priesterlijk bestaan op waarvoor hij bestemd was en vertrok op pelgrimsreis, vergezeld van zijn vriend Govinda, op zoek naar zijn Ware Bestemming. Als bedelmonnik leerde hij het leven van de Samana's kennen door deel uit te maken van hun levenswijze, een leven van ascese met vasten en meditatie. Doch hij vond hierin niet wat hij zocht en ontmoette vervolgens de grote Meester Boeddha. Ofschoon Gotama (Boeddha) het ‘volmaaktste’ was dat hij ooit gezien had stootte hij op de beperktheid van een 'leer' en begreep dat ook de Meester hem de ‘waarheid’ niet kon geven. Hij verliet Boeddha en zijn vriend Govinda die een volgeling geworden was en leerde de courtisane Kamala kennen waardoor hij het wereldse leven van menselijke liefde en weelderige rijkdom ten volle ervoer en hierdoor zichzelf dreigde te verliezen. Als bedelmonnik arriveerde hij tenslotte opnieuw bij de eenvoudige veerman die hij in den beginne had ontmoet , bleef bij hem en leerde van de rivier. Op die manier ontdekte hij de Wijsheid van de Stroom, symbool van Leven en Harmonie en keerde terug naar de eenvoud en onbevangenheid van het kind. .

Toen het Aum of het Goddelijke Woord in hem weerklonk en het Leven zich in zijn volheid aan hem ‘openbaarde’ Ontwaakte hij tot Zichzelf … hij vond en werd gevonden. Hij werd zelf Veerman, een Levende Brug tussen twee werelden, tussen de stoffelijke wereld en het Geestelijke Rijk. En opdat God in hem kon Zijn waren alle eerdere stappen nodig gebleken....

“Hij kwam bij de rivier en vroeg de oude man om hem over te zetten, en toen zij aan de overkant weer uit de boot stapten, zei hij tot hem: 'U hebt ons monniken en pelgrims heel wat goede diensten bewezen, velen van ons hebt u al overgezet. Bent u ook, o veerman niet op zoek naar de juiste weg?'

En daarop zei Siddhartha,terwijl zijn ogen lachten: 'Noemt u zich een zoeker,o eerwaarde, terwijl u toch niet zo jong meer bent, en het kleed van de monniken van Gotama draagt?'

'Ik mag dan oud zijn' zei Govinda, 'maar toch ben ik altijd een zoeker gebleven. Ik zal wel nooit met zoeken ophouden, het schijnt mijn bestemming te zijn. Maar ook u, zo komt het mij voor, bent een zoeker geweest. Wilt u niet een woord tot mij spreken, vereerde?'

Siddhartha zei:' Wat zou ik u, eerwaarde,wel kunnen zeggen? Misschien dat u al te veel zoekt? Dat u door al dat gezoek niet aan vinden toekomt?'

'Hoe bedoelt u dat?' vroeg Govinda.

'Wanneer iemand zoekt' zei Siddhartha, 'dan kan het licht gebeuren dat hij alleen oog heeft voor hetgeen hij zoekt, dat hij zichzelf niet toestaat om iets te vinden, verblind is omdat hij alleen maar aan datgene denkt waarnaar hij op zoek is, omdat hij een omschreven doel heeft en van dat doel bezeten is.

Zoeken betekent :een doel hebben. U, eerwaarde, bent misschien inderdaad een zoeker, want terwijl u uw doel nastreeft, ziet u veel over het hoofd, van wat zich dicht onder uw ogen ophoudt.' ”

Uit Siddhartha

Zoveel verhalen vertellen ons over de zoektocht van de mens naar Waarheid en Liefde, een zoektocht waarin hij gaandeweg zijn innerlijke Kracht ontdekt maar ook de eigen belemmeringen of obstakels gaat ervaren en herkennen.

Naarmate het pad vordert in hem en hij afleert wat hem geleerd werd, naarmate hij ook meer inzicht krijgt in zichzelf. Want in elk moment, in elke handeling, door elke ervaring wordt hij meer en meer Zichzelf .Elke fase moet doorleefd worden vooraleer sluiers kunnen afvallen die zijn ‘zicht’ vertroebelen en hem beletten te ‘leven’, Pas wanneer hij moe en uitgeput, onvoldaan en onvervuld tot Overgave komt, kan het Wonder geschieden.

Als door een bliksemschicht getroffen ziet en ervaart hij de Eeuwige Aanwezige in hem…hij zocht maar werd gevonden en in dat heilige ogenblik van het NU wordt hij Waarheid en komt tot Leven.

Met nieuwe ogen kijkt hij nu naar de wereld en Ziet dat er geen afstand meer is tussen God en hemzelf dan slechts de ruimte die hijzelf creëerde. Het pad is verdwenen, hij is het Centrum van Handeling geworden.

“Tijd is geen wezenlijk iets, Govinda, ik heb dat meer dan eens ondervonden. En als tijd iets is dat niet werkelijk bestaat, dan is ook dat verschil in tijd, dat tussen de wereld en de eeuwigheid, tussen lijden en zaligheid, tussen goed en kwaad schijnt te bestaan, niet meer dan een illusie.”

Uit Siddhartha

Want naarmate het Pad zich opende en ontrolde in hem, werd zijn blik anders, zijn horizon weidser. Naarmate het Doel naderde werd het Plan herkend als de ‘bestemming’ in zijn hart waardoor het Pad zich oploste ….

Hierin herkennen we dus ook de noodzaak van de ‘worstelingen’ die elkeen moet ondergaan om tot het bevrijdende Leven te komen. En worden we er ons van bewust dat elke ingreep in dit natuurlijke proces schadelijk kan zijn, ook voor diegene die inbreuk pleegt.

Ieder mens heeft aan zijn eigen Weg genoeg en in elkeen kan het Wonder plaatsvinden mits hij zich overgeeft aan de Stroom. Deze ‘overgave’ is nodig om tot Inzicht te komen doorheen de Ervaring. Hierdoor verdwijnt de bestaande grond onder de voeten, waarop alle schijnzekerheden gebouwd waren en heeft dit een diepe Eenzaamheid tot gevolg. Een Eenzaamheid waarin hij tot Ontwaken en Verlichting komt.

Op dat moment is hij in de wereld maar niet meer van de wereld, en ziet hij hoe elkeen zijn rol speelt hierin, hoe Liefde alomvattend ‘aanwezig’ is en hoe hijzelf oorzaak was van zijn blindheid door de eigen opgetrokken muren om hem heen. Deze muren waren de contouren van zijn gevangenis waarin hij zich ophield, want wat telt is de Stroom van Leven die achter elke 'vorm' straalt, waarin het hart vibreert. Hij ziet de beperktheid in van deze vormgevende wereld door de Oneindigheid die hij ervaart en waarin hij opgenomen is en die alles draagt en omvat.

Als Gods Veerman is hij een centrum geworden van ‘dienstbaarheid’ aan God en de mens door in Eenvoud te Zijn.

(M) cirkelpunt

www.destralendegnosis.be/artikels.php?action=artikelcirkel#eenvoud

Terug