De weg naar Huis gaan is het valse achterlaten

18-11-2016 00:00

 

'Al was deze wereld zoals er in gedichten over gedroomd wordt, al werd alle onheil weggevaagd, elke pijn beeindigd, elke vreugde intenser gemaakt, elke schoonheid nog meer subliem gemaakt, zelf al werd alles wat dit leven te bieden heeft tot het summum van perfectie gebracht , dan nog zou de ziel, bevrijd van alle lagere verlangens, er genoeg van hebben en zich er van afwenden. 

De dualistische Aarde is dan een gevangenis geworden voor die ziel, en hoe mooi het ook mag zijn, de ziel verlangt naar de vrije en onbegrensde atmosfeer voorbij deze omringende muren. En zelfs het zogenaamde hemelse zomerland kan die ziel even weinig bekoren als de materiele sfeer; de ziel wordt ook dat moe. Deze hemelse geneugtes hebben hun aantrekkingskracht helemaal verloren. Ook mentale en emotionele genoegens geven niet de minste bevrediging meer. Ook deze komen en gaan, vergankelijk als ze zijn zoals de zintuigelijke waarneming dat ook is: begrensd, voorbijgaand, onbevredigend.

De ziel is al deze vergankelijkheden moe en vanuit deze wereld-moeheid klinkt de luide schreeuw naar bevrijding.'- Boeddha

 

Hoe vinden we Gods Waarheid?

Omwille van de vrije wilsbeschikking gebeurt dit bij de mens op Aarde meestal door lijden. Doorheen de vele incarnaties van lijden bereikt de vermoeide ziel uiteindelijk een punt van verzadiging. Dan kan niets uit de wereld der dualiteit deze ziel nog bekoren, niets schenkt nog bevrediging, van alles wordt de tijdelijkheid, de vergankelijkheid, het illusiore ingezien en alles wordt ook gezien behorend bij zijn tegendeel: vreugde brengt ook verdriet mee, uit geboorte vloeit ook de dood, en ga zo maar verder. Dit is een continue pijniging voor de ziel die gevangen zit in een wereld waarin alles steeds maar weer komt en gaat. Wanneer de eigenzinnige ziel deze bittere beker van lijden, ontgoocheling en frustratie tot op de bodem heeft leeggedronken, dan kan de aard van het ware Leven zich beginnen openbaren. Op dat moment herinnert de ziel zich dat er geen betere keuze is dan al hetgeen tijdelijk, onwezenlijk en onwaar is, op te geven.

Als een ziel dit punt van verzadiging bereikt heeft, realiseert ze zich de futiliteit van het najagen van al die illusies die alleen maar beperkend zijn. Niets van de dualiteit kan de dorst nog lessen. Ze heeft alles zien komen en gaan, heeft alles liefgehad en dan weer verloren, heeft alles zien leven en dan weer sterven, en dit vele, vele malen. Voor zulk een ziel is geen enkel antwoord goed genoeg, want er is altijd een nieuwe vraag. Niets vult de leegte in haar, als het dat al doet is het alleen maar tijdeljik. Het leven is droog geworden, leeg, onwezenlijk zoals een droom, het heeft niet langer enige smaak of blijvende substantie voor die ziel. Er is nergens een palats waar ze nog rust vindt, of waar ze heen kan om te ontsnappen aan het lijden van te vertoeven of te handelen in dualiteit.

Er is geen vrede, geen vrijheid, alles omsluit de ziel, de dingen worden gezien in hun constante veranderlijkheid en verval, al het leven lijdt tot aan zijn bittere einde toe. De ziel beseft dat als te niet op een hoger plan geraakt, ze deze ervaring steeds weer opnieuw moet doormaken in nieuwe incarnaties.

Onvermijdelijk leidt het volledig doorleven hiervan tot de 'nacht van de ziel' waarin de waarheid betreffende deze wereldorde uiteindelijk helemaal begrepen wordt. Wanneer de ziel zo de bittere beker van het leven in de dood tot op de bodem heeft leeggedronken en doodmoe is geraakt van alle folteringen en pleziertjes van deze wereld, zal ze voor eens en altijd weten dat deze dingen van geen enkele waarde zijn, integendeel dat het kwellingen voor de geest zijn. De ziel beseft dat er niets meer rest om te doen of te proberen. Het leven zelf lijkt zich te ontrekken uit alles tot het leeg en dof achterblijft. De ziel ervaart geen blijvende vreugde want ze weet dat alles lijdt, en als er vreugde is dan hangt er ook smart aan vast. Wanneer dit alles duidelijk beseft wordt, dan is er neits anders om naar uit te kijken dan naar Huis. Er blijft niets anders over om te doen dan te sterven aan de Waarheid.

Dit is het punt van volledige verzadiging. De ziel is klaar met de wereld, klaar met het uiterlijke leven in de dualiteit. Nu staat ze zichzelf toe in de greep te raken van de innerlijke reis naar God. Wanneer iemand klaar is met alle Aardse dingen en geen ander verlangen meer heeft dan opnieuw op te lossen in het licht van de Waarheid, dan ontstaat er devotie. Dan wordt de innerlijke vlam ontstoken, en alleen dan wordt de ziel magnetisch verbonden met het Ene dat de ziel ten volle kan bevredigen en bevrijden van al haar lijden. De ziel wordt getrokken naar het enige dat echt van tel is, het enige dat Echt en Altijddurend is.

Het hoeft echter niet altijd op deze manier te verlopen. Dit is het harde pad. Het is het pad dat de meeste mensen op Aarde gekozen hebben, en dat is de reden waarom deze wereld zo dens is dat er bijna geen licht doorheen kan schijnen. De mensheid is zonder geloof en dus de magie en mirakels van het goddelijke Koninkrijk manifisteren zich zelden.

In andere werelden is de liefde tot God veel natuurlijker en is het minder nodig om door lijden tot een staat van devotie te komen. Daar is de reis naar de goddelijke Realiteit een plezierige reis, een groot avontuur. Het harde pad op Aarde is alleen maar het resultaat van eeuwenlange kristalisatie, begooocheling en opgestapelde karma. Het lijden en de hoeveelheid begoocheling die je in deze wereld vindt is geen universeel gegeven.

De Boeddha zei dat bevrijding gemakkelijker is in andere werelden en dat er daar veel minder lijden voor nodig is.

 

Waarom vergeten we?

We vergeten ten gevolge van eeuwenlange fouten en een voortdurende misbruiken van de vrije wil voor zelfzuchtige doeleinden. Men vergeet enkel hoe men iets moet doen als men gestopt is met het te doen. Herinnering is een vibratie, een gewaarworden van Waarheid. Deze wereld en wat de mensen hier doen vibreert niet in Herinnering, het vibreert in het zelf, in begoocheling. En hiertoe behoren ook en zelfs vooral degenen die bekwaam zijn om te spreken en schrijven over spiritualiteit. Dus nogmaals, om te herinneren en nooit meer te vergeten moet men klaar zijn met deze wereld, klaar om de Waarheid te zien en enkel Dat te wensen.

'Welk mens is in staat om een bouwwerk te verlaten waaraan hij zijn hele leven gespendeerd heeft, zelfs al is dat gebouw zijn eigen gevangenis?'- Kahlil Gibran

TNC

Terug